Amboseli

Als we de gordijnen open doen vanochtend staan we direct oog in oog met een aantal waterbokken die heerlijk staan te grazen in de tuin van ons hotel. Goedmorgen, ook goed geslapen?

We gaan op pad naar National Park Amboseli. Het is een lange rit. We steken eerst de Great Rift Valley over. Dan richting Nairobi. We rijden over de weg buiten het centrum om. Vanwege wegwerkzaamheden is het helaas file rijden. Normaal is er niets zo vervelends als dat, maar nu blijkt het een hele nieuwe ervaring. We kijken onze ogen uit naar alles en iedereen in de auto’s om ons heen. Tegelijkertijd worden wij ook net zo bekeken. En dan de verbazing over de vele verkopers die gewoon tussen de auto’s hun waar verkopen met gevaar voor eigen leven. Dus voor een keer hadden een hoop plezier van de file. 

Als we de stad achter ons laten, kunnen we lekker doorrijden. Halverwege maken we een stop. We hebben onderweg onze lunch opgehaald bij iemand van Best Camping. Het smaakt heerlijk. Uiteraard is de stop bij een souvenir winkel. We gaan even kijken, want we willen toch nog wel wat leuks meenemen. Als we weten wat we willen kopen, begint het bekende onderhandelen. We komen er uiteindelijk uit, wetend dat wij ongetwijfeld teveel zullen betalen. Maar we zijn er allemaal blij mee en daar gaat het om.

Dan weer verder naar de ingang van Amboseli National Park. Zodra we daar aankomen, gaat Marco de toegangskaartjes kopen. Onze bus wordt direct omsingeld door allemaal verkoopsters. Het is zó ongemakkelijk, maar we hebben er ook wel lol om.

We doen het dak omhoog en rijden het park in. Wat een ander landschap is het hier. Vlakker en droger. Dan worden er zebra’s en wildebeests gespot. Ik had er nog nooit van gehoord, maar ze schijnen op de lijst van de Ugly Five te staan.Een twijfelachtig eer, maar ik begrijp wel dat ze er op staan.

Als het landschap groener wordt, blijken het allemaal waterplanten te zijn in een meer. In het meer staan ook honderden flamingo’s. Het is een prachtige roze kleur op het water.

Even verderop zijn een aantal olifanten met een héél kleintje erbij. Hij of zij hobbelt lekker mee en drinkt af en toe bij moeders. “Oh wat schattig” klinkt er met grote regelmaat door de auto.

We eindigen op een prachtig uitkijkpunt voordat we uiteindelijk naar onze lodge gaan, die iets buiten het park ligt.

Wat ziet het er hier super leuk uit. Alles is opgezet in prachtig versierde tenten. Ook ons onderkomen voor de nacht is een tent. Het ziet er allemaal super sprookjesachtig uit. We gaan lekker eten. Ze maken hier zelfs verse pizza’s klaar. We hebben veel lol met de kok die ze klaarmaakt.

Op een gegeven moment begint weer het voltallige personeel te zingen en lopen in een lange rij door het restaurant. O jee, dat zal toch niet weer ons zijn? Nee, het blijft geen feest. Aan een andere tafel is er iemand jarig. Als het feest afgelopen lijkt, beginnen ze weer opnieuw, want ook aan een andere tafel zit een jarige job.

Het zingen is echter ook daarna nog niet voorbij. Buiten bij een kampvuur krijgen we nog een zang/dans voorstelling van een viertal Masaai krijgers. Ze nodigen Merel, Brian en Mark ook uit om mee te doen met hun traditionele springen. Nou, de krijgers hadden serieuze concurrentie. 

Wij gaan nog even de bar in voor een drankje en het maken van de blog. Straks naar de tent. Wie weet wat voor dierengeluiden we vannacht horen.